
True story. Of toch bijna...
Op een keer belandde mijn pa, zijn vrouw en hun aanhangselen (zijnde: mijn broer; zijn wijfje, het mijne en ikzelf) op zoek naar een hapje te eten, in het veel te chique en vooral veel te dure l'auberge du pecheur. (pardon my French).
Sowieso houd ik allesbehalve van zulke pompeuze bedoeningen, maar dit sloeg echt wel alles. Niet alleen was de angst in mijn vaders ogen af te lezen toen hij de kaart met prijzen kreeg (daar ging weer een maandloon), ook moesten we het stellen met een walgelijke verschijning als ober.
Het was echt een wandelend archetype rijkeluiskindje; dat geboren wordt met een roze lacostepolo en een paul & shark blazer daar sjofel bovengeknoopt. Hij werkte er duidelijk enkel om zijn vader te behagen en om zijn cokeverslaving te onderhouden. Zijn onberispelijke immer gewassen ogende haar zal vast veel ge-fond-de-teinte marinaatje's harten doen sneller slaan, ik was al blij dat ik het niet in (een van mijn) voorgerechten vond.
Enfin... u kunt hem u zo voorstellen.
Deze twat slaagde er in de ene ongeslaagde grap na de andere te fabriceren tussen de gangen door en daar dan bij te zeggen :'excuseer, soms ben ik wat spontaan, mevrouw', in de hoop zo op de sympathie van mijn vaders vrouw te kunnen rekenen. Wie weet kreeg hij wel een hogere fooi om zo een extra gram troep te kunnen scoren. Mjn broer en ik hadden al gauw door waarom hij telkens weer vrolijker ronddartelde...
Maar ja... goed dat er ook zulke mensen zijn. Waar zou ik anders over moeten schrijven?
Zimbob, roodverbrand