
Tja, van die tekst vorige week is niet veel meer gekomen wegens: lui. He, mag ik even?
Maar goed. Ik heb me deze week weer druk genoeg mogen maken om de dwaasheid van het bestaan en dat levert 'vaneigens' weer mooie plaatjes op. Eurosong, bijvoorbeeld, is mij al jaren een doorn in het oog. De rozenstruik van tante Esmeralda ook, maar dat is een ander en vooral veel pijnlijker verhaal.
Het is niet genoeg voor ons, de gemiddelde Vlaamsche tv-slaaf, dat er een kitschpap als het Eurovisiesongfestival (brrr) bestaat; neen, tegenwoordig doen wij onze belkredieten ook nog eens al te graag op aan het stemmen op de meest onnozele act om te sturen naar het Oostblok. Ja, want dat is waar het E-songcontest de afgelopen jaren een petrischaaltje heeft gevonden. Goed, voorrondes dus. Wekelijkse shows waarin we te zien krijgen hoe een afgedankte omroepster het opneemt tegen een overjaarse midliferocker; en hoe de integratie volledig lijkt doordat er nu ineens wel gekleurde mensen op de buis mogen. Zucht.
Wéken aan een stuk, én, van kwaad naar erger. Uiteraard is er van muziek geen sprake. Eurosong is dan ook geen muziekwedstrijd. Je maakt meer kans om te winnen als je als jongedame kan uitpakken met een extreme close-up van een sprekende venusheuvel; of wanneer je blijkt opgestaan uit een duizend jarige slaap temidden van enkele GFT-containers (zie
Lordi). Of als kalkoen. Dat kan ook.
U hoort het, Zimbob is geen fan. Toch wens ik de Belgische inzending veel geluk toe. En dat we laatste mogen worden. Dat zou pas eervol zijn.
Zimbob, like the wind
PS, dit is al mijn tweede eurosongcartoon. Eerste vergeten?
Klikkerdeklik.